Het is vrijdagmiddag. Ik werk dan nog als Desk Accountmanager en krijg een bericht van een collega. Een thuiszorginstelling levert de sleutels van mevrouw in. Mevrouw heeft een alarmknop bij Eurocross en als zij daarop drukt kunnen wij de thuiszorg inschakelen om een kijkje bij haar te nemen. Nu willen ze dus geen achterwacht meer zijn voor haar. Mevrouw betaalt haar rekeningen niet en maakt vaak onnodig alarm. En als thuiszorg dan bij haar langs gaat, worden ze uitgelachen.

Ik loop naar onze hulpverleners. Wat weten zij van mevrouw? De hulpverleners weten gelijk over wie ik het heb. Mevrouw maakt dagelijks alarm bij ons. Ze is alleen en heeft geen contact meer met haar kinderen. Haar buren willen ook geen contact. Het raakt me. Daarbij blijkt uit de gesprekken met onze hulpverleners dat mevrouw begint te dementeren. Ze wordt gezien als een lastpak en niet als een volwaardig mens. Dat vind ik triest want dit kan ons allemaal overkomen.

Mijn collega’s proberen contact op te nemen met mevrouw. We hebben immers achterwachtgegevens nodig. Iemand die wij kunnen inschakelen als mevrouw alarm maakt. Want wat als het wel een keer om een ernstige situatie gaat? Wat dan?

Zomaar het alarm verwijderen omdat ze geen contactpersoon heeft gaat mij te ver. Ik bespreek de situatie in ons team. We besluiten de huisarts te informeren. Gelukkig is de huisarts bekend met het verhaal. Een week later volgt het bericht van de huisarts: er wordt gekeken naar de mogelijkheid om mevrouw op korte termijn op te nemen in een verpleeghuis.

Ondertussen zitten we bij Eurocross niet stil. We nemen contact op met een zorggroep en gaan in gesprek met maatschappelijk werk. Ook hebben onze hulpverleners nog dagelijks contact met mevrouw als zij alarm maakt. Want een medemens laat je toch niet zomaar stikken?